Ga naar inhoud
Oie 17124719 I Xzw Tx N9
Geschreven door Jasper Boks voor de speciale editie Helden van de gemeente Amsterdam op 18 sep. 2021

De kracht van verenigen

Maartje Scheepstra (rechts) met het kernteam van de Hockey Foundation. Foto's: Willem Vernes

Maartje Scheepstra (40) is een van de drijvende krachten achter Amsterdam Dynamics, de eerste hockeyclub in Amsterdam-Zuidoost. Berend Rubingh (62) is grondlegger van de verenigkunde. Ze kwamen samen op Bijlmer Sportpark voor een goed gesprek.

Het was voor veel mensen in Amsterdam-Zuidoost even wennen: een hockeyvereniging in de wijk. Maar sinds dit jaar kunnen kinderen terecht bij Amsterdam Dynamics. Op Bijlmer Sportpark ligt een nieuw kunstgrasveld. ‘Ik loop wel tegen de cultuur van de wijk aan,’ zegt Maartje Scheepstra, oud-hockeyinternational en een van de initiatiefnemers van de vereniging. ‘In Zuidoost moeten we vechten tegen het imago dat hockey heeft. Het wordt gezien als een blanke sport. De mensen hier vinden het lastig om zich te identificeren met de mensen die hockeyen. Ze denken hier al snel: hoor ik wel bij die advocaten en artsen? Dat zijn in hun ogen de mensen die hockeyen.’ De speelster die met Oranje zilver won op het WK van 2002 en de Spelen van 2004, goud won op het EK van 2005, in 2003 gekozen werd al talent van het jaar en ook genomineerd was voor de titel beste speelster van de wereld, moest al vroeg stoppen met hockeyen door een knieblessure. Sindsdien probeert ze haar liefde voor hockey over te brengen. ‘Als wij op scholen in Zuidoost kennismakingslessen geven, dan zie ik hoeveel talent hier is, het zou zonde zijn als dat talent verloren gaat. Hockey is een heel grote sport in Nederland, waarom niet in Zuidoost, zou ik bijna zeggen.’ Berend Rubingh hoort het goedkeurend aan. ‘Er zijn niet veel startende verenigingen in deze tijd. Dus wat jullie hier doen is sowieso al bijzonder.’

Berend heeft een achtergrond als organisatieadviseur en is grondlegger van de ‘verenigkunde’. De Groninger staat de KNVB en verenigingen bij, daarnaast is hij lid van de raad van commissarissen van FC Groningen. ‘Ik hou me bezig met verbetering en ontwikkeling van organisaties. Dat doe ik de laatste jaren vooral in de sport. Mijn specialisatiegebied is ‘de vereniging’. Het is een heel bijzondere organisatievorm en die boeit me. Hoe functioneert die eigenlijk? Bij een bedrijf is het helder: dat moet winst maken. Bij een vereniging is het veel informeler en daardoor vaak complexer.’

5e894e56 8802 11e7 8e45 42c43737a0df
Maartje brengt haar liefde voor hockey over.

Maartje: ‘Wat zijn de redenen dat ze jou om hulp vragen?’
Berend: ’Het komt erop neer dat als een vereniging zich ziek voelt, ze mij vragen voor een medicijn. Ze verwachten van mij vaak een kant-en-klare oplossing, maar daar ben ik niet van. In plaats van symptoombestrijding wil ik onderzoeken wat er echt aan de hand is. En dan komen we snel uit bij het woord ‘verenigen’. Bij verenigingen met problemen, hoor ik vaak het bestuur zeggen: ‘Wij vinden dat...’ Dan voel je dus al een bepaalde hiërarchie en afstand.’ Bij veel verenigingen ziet Berend hetzelfde ‘probleem’: de sportclub wordt bestuurd door mannen en vrouwen op leeftijd. ‘Ik geef vaak een praatje bij verenigingen voor het bestuur of de ledenvergadering. Mijn eerste vraag is vaak: wie is hier jonger dan dertig? Vaak zie ik dan geen vingers de lucht in gaan. Ouderen brengen vanuit hun bestuursfunctie bij een vereniging vaak hun normen en waarden over op de jeugd. Helemaal fout. Kinderen staan er heel anders in. De jeugd heeft veel behoefte aan verenigen, maar niet op een manier zoals ouderen dat doen. Dus geef ze de ruimte om het op hun manier te doen. Er zijn tal van verenigingen met een jeugdbestuur, die krijgen een budget om dingen op hun manier in te vullen. Geweldig. Laat de jeugd de vereniging ontdekken. Je zult zien dat er dan een andere dynamiek ontstaat en dat de verenigingen met hun tijd meegaan. Het mooie van nu met een sportvereniging beginnen, is dat je de jeugd meteen aan het roer kunt zetten. Mijn advies is dus: geef de jeugd de vereniging. Geef hen het roer in handen.’

Maartje legt het ontstaan van Amsterdam Dynamics uit. Zes jaar geleden werkte ze voor de gemeente Amsterdam en was het haar taak om sporten te promoten bij de jeugd. Op scholen gaf ze kennismakingslessen hockey en ze organiseerde naschoolse activiteiten in de hoop doorstroming richting een sportbuurtclub of echte hockeyvereniging te bewerkstelligen. ‘We merkten dat kinderen het spannend vonden om de wijk te verlaten. Dus gingen we op Cruyff Courts in de buurt hockeyen. Dat voelde voor de kinderen en hun ouders als een veilige plek. We probeerden kinderen niet naar een club, maar het hockey naar de wijk te brengen. Soms stonden we met veertig kinderen op een vrijdagmiddag te hockeyen op een klein Cruyff Court.’
Al snel ontstond ambitie om de kinderen op een echt hockeyveld te Laten spelen. Maar die ontbrak in Amsterdam-Zuidoost. Sinds dit jaar is dat er dus wel. Dankzij de gemeente Amsterdam. Maar de kersverse vereniging wordt ook geholpen door hockeybond KNHB, die een programma heeft opgestart met het doel om diversiteit In het hockey te stimuleren.

‘In Rotterdam heb je hockeyclub Feijenoord. Dat is ook vanuit de wijk begonnen. Het begon letterlijk met het pakken van een hockeystick uit de kofferbak. En nu is het een vereniging met al iets van 400 leden. De hockeybond wil meer van dit soort initiatieven uitrollen in Nederland. Ook in Amsterdam zijn er twee clubs die worden gesteund. Noorderlicht in Amsterdam Noord en wij.’
Bij Amsterdam Dynamics wordt nog geen competitie gespeeld. Het begint met kinderen kennis te laten maken met een voor hen vreemde sport. ‘We zijn erg bezig met het creëren van commitment. Vinden kinderen het leuk om elke week te komen hockeyen? Daarbij helpt het om elke week op hetzelfde tijdstip dezelfde trainer te hebben, iemand voor wie ze naar de club willen komen. De club moet gaan voelen als een tweede huiskamer.’

Bij de club is van de nood een deugd gemaakt. Amsterdam Dynamics heeft de beschikking over een schitterend hockeyveld, maar het heeft de helft van de omvang van een ‘normaal’ hockeyveld. Daarom is gekozen voor urban hockey: zes tegen zes op een half veld. ‘We wilden juist wegblijven van de klassieke hockeyclubs, hebben goed gekeken naar de concurrerende sporten in Amsterdam-Zuidoost. Dat zijn naast voetbal de Amerikaans getinte sporten zoals 3x3 basketbal die hier populair zijn. Het moet een beetje stoer zijn. Bij 6 tegen 6 gaat het spel veel sneller. Het is dus niet zo dat als de linksbuiten de bal heeft, de rechtsachter naar een vliegtuig In de lucht kijkt. Sport is voor jeugd leuker als je meer aan de bal bent.’

Berend knikt een paar keer goedkeurend als Maartje aan het woord is. Het mooie als ik naar je luister is: de sport is secundair bij jullie en zo hoort het ook te zijn bij een vereniging. De essentie van sport moet in mijn ogen altijd zijn: Het is leuk om samen een spelletje te doen en lekker in beweging te zijn. De sport is slechts een bindmiddel.
Verbinden is al decennialang de reden waarom mensen samenkwamen bij een vereniging, doceert Berend. ‘Een groep gelijkgestemden besloot samen iets leuks te gaan doen. We zijn In de loop der jaren individualistischer geworden, kregen het steeds drukker en hadden steeds meer afleidingen. Maar ik zie nu dat verenigingen de wind In de zeilen krijgen. Mede ingegeven door corona zijn mensen eraan toe om elkaar weer meer fysiek te ontmoeten en niet via Facetime, Instagram of WhatsApp. De vereniging wordt steeds meer gezien als een onschuldige, aantrekkelijke plek om elkaar te ontmoeten, zonder dat je meteen je geloofsovertuiging op tafel hoeft te leggen. Er is een kentering ontstaan. Een relatie aangaan met een ander is een basisbehoefte van de mens. Dat waren we uit het oog verloren.'

De kunst van verenigen verstaat niet elke club, stelt Berend. Sterker, tal van verenigingen worden gerund alsof het een bedrijf is. 'Voor veel mensen is het zo verleidelijk om de leiding te pakken. Mis. Je moet ervoor zorgen dat de leden met elkaar de tent gaan runnen. Het management van de vereniging moet bestaan uit empowerment. Je moet als bestuur mensen in staat stellen om dingen te doen. Dat is een andere rol van besturen. Want veel mensen die bij een vereniging een bestuursfunctie op zich nemen, doen dat omdat ze dat gewend zijn, die hebben op hun werk vaak ook een sturende rol. Hun rol in de dagelijkse samenleving nemen mensen vaak mee naar de vereniging, maar daar is juist een heel andere vorm van leiderschap nodig. ' Berend vertelt dat het raadzaam is om bij een vereniging een roulatiesysteem in te voeren wat betreft bestuurlijke functies. Hoeveel verenigingen hebben niet een voorzitter die er al jaren zit? Die voorzitter roept vaak: “Als ik stop, doet niemand het meer.” Dan is de vereniging dus afhankelijk van één persoon en heeft het eigenlijk geen bestaansrecht.' Er kleeft nog een groot nadeel aan iemand die, hoe goed bedoeld ook, alles op zijn schouder neemt. 'het gevolg is dat andere leden niets doen. Die roepen dan: “Moet je kijken wat hij allemaal doet, dat ga ik allemaal niet doen.” Zulke verenigingen zie je dat het moeilijk is om vrijwilligers te vinden. Het gevolg daar weer van is dat die voorzitter gaat doen wat hem het beste lijkt. Dat kun je ondervangen door te blijven rouleren. Bij Rotaryclubs werkt het als volgt: ze werken met een roulatiesysteem, als je voorzitter wordt moet jouw opvolger al bekend zijn en de voorganger moet nog één jaar beschikbaar zijn om jou te helpen. Dat is een supersysteem dat zou je voor alle bestuursfuncties binnen een sportvereniging eigenlijk moeten hebben. Tegen jou zeg ik, Maartje, je moet al op zoek gaan naar je vervanger.’

Maartje herkent wat Berend zegt. Ze is bij Amsterdam Dynamics trainingscoördinator, clubmanager en programmamaker in een. 'Ik denk ook geregeld: Waarom doe ik dit allemaal zelf? Ik moet nu dus al op zoek naar mijn opvolger... Ons bestuur bestaat nu uit oud-voorzitters van andere sportverenigingen, maar ook uit een ouder en we hebben een termijn van twee jaar afgesproken waarop we het met de huidige bezetting van het bestuur willen doen.'
Berend:
'Wat goed, want het is belangrijk dat In het bestuur de doelgroep vertegenwoordigd is. In dit geval een ouder. En je moet zorgen dat Iedereen zich mede-eigenaar van de vereniging gaat voelen.’ Hij haalt een hockeyclub aan waar de voorzitter voor elk seizoen de nieuwe leden toespreekt. Hij legt uit waar de club staat, neemt de nieuwe leden mee door de hele vereniging.
‘Hij vertelt hoe de kleedkamers moeten worden schoongemaakt, hoe de vaatwasser werkt, hoe het hek op slot moet. Die nieuwe leden snappen dan meteen: dit is een club waar wat van mij wordt verwacht, we moeten het samen doen. Je zult bij zulke clubs zien dat ze nooit problemen hebben met een tekort aan vrijwilligers. Wanneer doe je uit jezelf wat voor een vereniging? Als je je mede-eigenaar voelt van de club. Dat je voelt: Dit is mijn vereniging en Ik heb meteen verantwoordelijkheden gekregen.’
Berend begint weer over de sfeer bij een club, dat is de bepalende factor. 'En daarvoor heb je aanjagers als Maartje nodig. Bij veel sportverenigingen staan die enablers zoals ik ze noem achter de bar of zijn ze coach. Zij zorgen ervoor dat Iedereen het naar de zin heeft. De kantine is de spil van een vereniging. Het rare is dat bij veel verenigingen helemaal niet op sfeer wordt gestuurd. We sturen op structuur.
Daarom vind ik het Sportakkoord van de gemeente Amsterdam ook een mooi initiatief. Het probeert nieuwe verbanden en relaties te leggen. Hoe sterker men in staat is zich met elkaar te vereniging, des te sterker de samenleving is.’ Maar het vertelt over de ambities van Amsterdam Dynamics, hoe het wil uitgroeien tot een mooie, diverse vereniging. Als het aan haar ligt, zijn er over een paar jaar meerdere velden, wordt er competitie gespeeld en hockeyen jong en oud bij de club. 'Corona heeft ons parten gespeeld als beginnende vereniging. Konden niet lekker naar de scholen toe en de wijk in. Ouders vonden het ook best spannend om in deze periode hun kinderen naar de club te brengen,' zegt Maartje. 'We moeten eerst de strijd met dat imago zien te winnen. Dat mensen uit Zuidoost ook merken: Het is leuk om als gezin bij de hockeyvereniging te zijn. Hopelijk komt er een tijd dat het ook in Zuidoost normaal wordt gevonden als kinderen met een hockeystick over straat fietsen.' Berend heeft nog een laatste gouden tip voor Maartje. 'Je moet vooral zo vrolijk blijven en het enthousiasme blijven uitstralen dat je nu hebt.’

Noot van de samenstellers: Vlak na publicatie van dit interview heeft een Amsterdam Dynamics team haar intrede gedaan in de competitie. Ze mogen daarvoor gebruikmaken van de velden van HV Abcoude! 👏👏🏿👏🏻

210918 Hockey Foundation

'Een voor allen, allen voor een'

Onder de noemer Back2basics schreef Berend Rubingh het boek Back2Basics; de kracht van verenigen en maakte hij goed bekeken YouTube video's waarin hij aandacht besteed aan de veranderende sportvereniging. Op deze plek geeft hij 3 belangrijke tips.

  1. Zorg dat je als bestuurder een roulatie- of vervangingssysteem hebt. 'Treed na een afgesproken termijn weer af, maar zorg dat je op tijd vervanging regelt. Dit heeft belangrijke voordelen: je krijgt steeds vers bloed, frisse ideeën en nieuwe netwerken In het bestuur.’
  2. Zorg dat leden verantwoordelijkheid krijgen en voelen. 'Maar dat betekent wel dat er ruimte voor gemaakt moet worden bij een vereniging. En dat betekent weer dat er vaak wat heilige huisjes weg moeten die In de weg zitten.'
  3. Blaas nieuw leven In het verenigingsproces door goed duidelijk te maken waar de vereniging voor staat. 'Verenigen is al zo oud als de mensheid, het is eigenlijk heel simpel, maar we gebruiken het niet. Bij verenigingen draait het om de ontmoeting, de erkenning, de waardering, de solidariteit. Ik noem dat het 3 musketiers principe. Eén voor allen, allen voor één. Dat is in het kort het principe van een vereniging. Het moet zo zijn dat je zelf een beetje energie in de vereniging steekt en dat je alle energie van al die leden terugkrijgt.'